31 mei 2011

BIBLIOTHRILLER "23" BINNENKORT IN DE BIOSCOOP

Hier een voorproefje van de bibliothriller 23, gebaseerd op ware gebeurtenissen, en losjes geïnspireerd op de cursus 23 dingen .
Maak onderstaande trailer beeldvullend, en geef het volume de ruimte.

30 mei 2011

#19 Sociale netwerken en wat er in te doen is



Vandaag hou ik het even kort. Mijn sociale thuisnetwerk heeft wat hulp nodig bij het aardappelschillen, en als ik vanavond niet op mijn sociale sportnetwerk verschijn, dondert het hele team in elkaar.

U had het over BBS-en, ofwel bulletinboards? Een golf van nostalgie overvalt me. Alles ging nog over de gewone telefoonlijn met een 14k - of later 28k - modempje. Die dingen kraakten zo lekker, hier nog te horen:



Het heette nog geen internet, van sociale netwerken had nog nooit iemand gehoord, maar ze bestonden natuurlijk wel, naar onze huidige maatstaven anno 30 mei 2011 17.41. Met een bulletinboard kon je gewoon eenvoudige tekstberichtjes uitwisselen, of piepkleine progjes.
Maar nostalgie moet niet worden verward met ressentiment. Het was een mooie tijd met zo'n krakend Roboticje en een stuk of zeven van die kerstboomlampjes, maar goddank ligt die achter ons. Snelheden werden verdubbeld, en zoals deze commercial zo mooi laat zien, waren 28K-modemgebruikers in notime equivalenten van Neanderthalers. Vandaag voelen wij ons een hele bink; bekeken door de ogen van mensen van morgen dragen wij echter berenvellen. Als we al wat dragen.



U noemde ook usenet? Voor mij sinds 16 jaar onmisbaar, en naar mijn idee steeds zwaarder onderschat vanwege het gemak waarmee informatie kan worden uitgewisseld over ieder willekeurig onderwerp, ondanks de zeer geringe bandbreedte die er vereist was, en ondanks de technische (maar ook principiële) onmogelijkheid tot moderatie.
De beste archiveerder van usenet was Dejanews. Tien jaar geleden werd dit overgenomen door Google, en ik heb sterk de indruk dat Google het de laatste jaren wat laat verstoffen. Het wordt steeds moeilijker om berichten terug te vinden op inhoud, wat de schurft is voor de praktische toepasbaarheid.
Ja, ik schrijf dit maar in de verleden tijd. Want terwijl het oude usenet langzaam afbladdert, zijn moderne web-only fora sterk in opkomst. Daar zal wel samenhang tussen bestaan.

Iedere boerenlul kan zo'n forum oprichten, en iedere boerenlul doet dat ook. Dit heeft voor- en nadelen.
Stel er komt een nieuw apparaat op de markt. In een mum van tijd hebben dan minstens drie boerenlullen een forum opgericht over dit apparaat, waar je terecht kan met al je problemen en tips. Die versnippering is wat onpraktisch, zeker als je gewoon even snel een oplossing wil voor een technisch probleempje dat je hebt. Niet zelden gaan dergelijke fora elkaar vervolgens beconcurreren, zowel boven als onder de gordel; allemaal willen ze de grootste boerenlul zijn. Had je je ingeschreven als lid, dan is dat elke keer een vervelend gevecht tussen loyaliteit en ethiek.

Geweldig forum waar ik heel wat jaartjes (ere)lid ben geweest, was het kort geleden dankzij de nepstichting Brein door de rechter verboden FTD . Je vond hier links naar alle progjes, films en meer waar je naar op zoek was, maar ook antwoord op al je vragen over deze progjes, films en meer. Ondanks de enkele honderdduizenden leden werd het vanwege de uitstekende moderatie geen zooitje, en misschien wel door het niet-commerciële karakter barstte het in dit sociale netwerk vsn de enthousiastelingen die zonder morren een deel van hun tijd besteedden aan het helpen van behoeftigen.
FTD is dus de nek omgedraaid. Met superslimme en per definitie door Brein ontraceerbare opvolgers zoals Spotnet, Spotlite, en het geniale Spotplanet, dat de look en feel heeft van FTD, kan je hetzelfde. Maar het wordt nooit meer wat het was.

Wat? Schoolbank? Schei toch uit. Ik denk erover om me maar eens uit te schrijven. Ja, en meteen ook uit Schoolpagina. Goed voorbeeld trouwens van twee sociale netwerkjes die elkaar beconcurreren zonder dat iemand daar beter van wordt.

Twitter, Facebook, Hyves? Door de plee ermee. Ik beleef veel meer plezier aan het Britse fascistische forum Blood & Honour . Aan de diversiteit van de subfora valt goed te zien wat internet uiteindelijk betekent voor de democratisering nieuwe stijl, en voor het waarheidsgehalte van Nietzsche's voorspellingen ten aanzien van de neerwaartse nivellering dankzij de mogelijkheid van iedere klootzak om zijn stem te laten horen.
Voor wie geen zin heeft om lid te worden van Blood & Honour hier een schermschot van een deel van de subfora:


Opvallend stil op dit forum trouwens over de maandag gehaktdagachtige afslachting van de Ariërs van Man United door de Baskische apen, een paar dagen terug.
Ik zal maar niet verklappen waar ik nog meer lid van ben, maar wil wel zeggen dat undercover gaan nog nooit zo eenvoudig is geweest.

Genoeg geluld. Digitale sociale netwerken zijn veranderlijker dan het weer. Ik maak er volop gebruik van, maar net als met drank streef ik naar matigheid, en wellicht dankzij de genen van mijn oorspronkelijk Nederlands Hervormde nononsense grootvader van vaders kant ook een beetje naar nut.

Wat de bieb kan met sociale netwerken? Al sla je me dood. Het probleem is dat tegen de tijd dat een OB in een Beleidsplan de intentie heeft vastgelegd om meer met een bepaald modern sociaal netwerk te gaan doen en dit keurig door de OR heen is geloodst, dit specifieke netwerk alweer zo sterk verouderd is dat het de kwalijke geur van oubolligheid verspreidt, en het dientengevolge eerder antireclame dan reclame is voor deze OB. Ik stel voor om ons als bibeleteken eerst maar eens te bezinnen op dit probleem.
De geheimzinnige kist (3)

Hier het 2e deel.

De volgende dag, bekomen van de schrik, keerde ik terug gewapend met een zaklantaarn. Het licht in de grote kelderruimte werkte bijna overal nu en bleef werken. Met de kleinere ruimtes lag dat wat anders. Mijn zaklamp kwam dus goed van pas. Het kostte me nog heel wat tijd en moeite om de plek te vinden waar ik gisteren opgesloten had gezeten. In de verste uithoeken van de kelder wemelde het van de kamertjes en gangen, die op een schijnbaar willekeurige manier tot een doolhof in elkaar waren gezet.
Bij een paar kamers twijfelde ik. Maar ze vielen een voor een af: omdat er niet genoeg deuren in zaten, omdat ze te groot of te klein waren, of omdat er geen trappenhuis in aanbouw op uitkwam. Maar bovenal omdat de kist er niet stond waarmee ik zo hardhandig had kennis gemaakt.
Je kan je echter blind staren op een detail.
Ik was er al voorbij gelopen. De ruimte was veel te klein. En er stond geen kist.
Bij een tweede, grondiger inspectieronde in het donkere kamertje stuitte de bundel van mijn zaklamp echter op een vies stuk papier dat ergens in een hoek lag te slingeren. "Bingo...", mompelde ik nadat ik het had bestudeerd.

(klikken om groter te maken)

Die merkwaardige naam, De Sonnaville, kende ik al. Die stond ook op de krantensnipper die ik de dag ervoor had opgeraapt.
Maar waar was de kist gebleven?

24 mei 2011

De geheimzinnige kist (2)

Hier het 1e deel.


In het aardedonker bewoog ik voetje voor voetje naar de plek waar zich in mijn herinnering de eerste deur bevond, en struikelde prompt over de kist. Ik kwam onaangenaam hard in aanraking met de vloer, en had misschien nog geluk dat mijn val werd gebroken door mijn scheenbeen, dat met een akelig gekraak was gestuit op een van de zijden van de zware kist. Misselijkheid en pijn drongen gelijktijdig mijn hoofd in, zoals wanneer een open schaafwond wordt gedept met een in azijn gedrenkte spons. Ik kroop verder tot ik niet verder kon, en ging op de tast naar links tot ik het begin van een deur voelde. Overeind komend stuitte mijn elleboog op een klink. Goddank!
De deur was echter dicht, op slot, hoe dan ook niet open te krijgen.
Nog twee deuren, twee kansen. Nee: drie, er was nog iets geweest dat op het begin van een trappenhuis leek. half bukkend tastte ik naar rechts, tot ik de volgende deur voelde. Vruchteloos gleed mijn hand over het oppervlak, op zoek naar een klink. Al wat dit opleverde, was een splinter die losliet van het ongeschuurde hout, en zich een weg boorde in het zachte vlees pal onder mijn middelvinger.

De laatste deur tenslotte. Die had ik snel gevonden. Nu kwam het telefoonbotje in mijn elleboog in een harde aanraking met iets wat bijna wel de klink moest zijn. Ja hoor. Koel, glad aluminium. Opgelucht duwde ik de klink omlaag, en trok hem vervolgens naar me toe.
Daar stond ik dan met de losse klink in mijn hand, terwijl achter de deur het geluid te horen was van de wederhelft die op de grond viel.
Vloekend wierp ik me in het aardedonker op de knieën; wroette met mijn vingers door de deurspleet, voelde de klinker, maar duwde hem tegelijk buiten mijn bereik. Er lag een stuk slap papier, dat ik door de spleet heen onder de klink achter de deur probeerde te manoeuvreren. Ach, wat had ik daaraan. Alsof die onder de deur door paste.

Opnieuw sloeg de paniek toe. Het zweet brak me uit. Wat nu? Koortsachtig struikelde ik me een weg naar de nis waarachter ik een trappenhuis had vermoed toen het licht nog werkte. Op de tast pakte ik een paar stukken puin, en wierp ze achter me. Sommige brokken hadden gevaarlijke hoeken, maar ik voelde geen pijn. Als een bezetene groef ik door.
Een stroompje koude lucht bereikte opeens mijn gezicht. Heerlijke koude frisse lucht. Ik lokaliseerde waar ze vandaan kwam, en groef nu vanaf deze plek. Ik moest de stukken steen en cement nu verder van me af gooien, want pal achter me lag er inmiddels een flinke berg. Alsof het een spelletje was, probeerde ik nu de kist al achterwaarts werpend blindelings te raken. Het holle geroffel dat opkonk steeds als ik daar in slaagde, zweepte me extra op.

Licht! Door het puin heen piepte aarzelend een flauw straaltje daglicht. Graven! Graven! Het gat werd groter. Een traptree werd zichtbaar. En nog een. Ruw schoof ik het puin opzij en naar beneden. Een trap! Zo te zien niet voor de eeuwigheid gemaakt, maar een trap. Ik kon me nu door een opening in het puin heenwurmen, en stond in het halfduister in een trappenhuis. De verfkwast was er nog niet overheen geweest en er waren geen leuningen, maar dit ging de goede kant op.
Nog een paar treden, een hoek om, nog een trap, hoek om, nog een trap, hoek om, nog een trap. Deur, op een kier.
Ik duwde er tegenaan. Vlijmscherp zonlicht doorboorde mijn netvlies; een verzengende muur van warme lucht beukte tegen mijn gebutste lichaam.
Maar ik hield me staande. Ik stond aan de zijkant van het gebouw. Ik was zojuist een brandtrap opgelopen die nog in aanbouw was. Luttele meters van me vandaan ging een heimachine verder met het ritmisch de grond in rammen van de betonnen fundering van het pand dat binnen een paar jaar naast de bibliotheek zou verrijzen. Het oorverdovende lawaai klonk als een feestmars.

Minutenlang stond ik daar. Langzaam kwam ik tot rust. Ik voelde iets nats. Geen wonder. De splinter had tijdens het graven een bloedige ravage aangericht aan de binnenkant van mijn hand. Een zakdoek. In mijn broekzak vond ik het verfrommelde stuk papier waarmee ik naar de deurklink had gehengeld. Een vergeeld stuk uit stokoude krant, aan de spelling te zien. Vreemde plek voor zo'n vondst. Met mijn mobiel maakte ik er een foto van, verkreukelde het tot een prop, en mikte het over het hek van het bouwterrein.
Daar zou ik nog spijt van krijgen, temeer daar de foto niet al te best was.

(klik om te vergroten)

23 mei 2011

#18 Catalogiseer je boekenkast met LibraryThing




Leuk ding dat bibeleteekding. Echt wat je noemt een hebbedingetje voor de MID-er die alles al heeft. Eerste boek dat ik erop zette was drie jaar geleden, een van m'n lievelingswerkjes: Codex Seraphinianus. Destijds (ruim een kwart eeuw geleden) voor vrij veel geld gekocht, en inmiddels een klein fortuin waard.

Maar eerlijk is eerlijk: ik doe niet zo veel met Librarything. Zet er soms in een ADHD-bui weer eens een paar boeken op, en pak dan gewoon een plankje in m'n boekenkast. 67 staan er nu in. Als ik dan op een titel klik die ik heb ingevoerd, kom ik altijd Leo Willemse tegen. Die heeft dat boek ook gelezen. Dat lijkt vreemd, maar is het niet: Leo heeft alles gelezen, dus ook de boeken die ik gelezen heb. Bovendien heeft hij van elk boek een bespreking geschreven, of is daar mee bezig. De meerwaarde van bibeleteekding wordt denk ik pas zichtbaar als je er veel tijd in steekt. Waarde niet in goudstaven uitgedrukt, maar in genoeglijke uurtjes, al uitzoekend met welke types je de meeste boeken gemeen hebt (dat kan confronterend zijn, en wordt afgeraden aan mensen die in therapie zijn of anderszins labiel).

Beetje spelen, beetje rommelen op de site, beetje neuzen in nutteloze statistieken, en zoals dat gaat met gadgets: daarna hou ik het weer een tijdje voor gezien.

Hieronder de widget naar mijn boeken op het bibeleteekding. Heb trouwens nog zeker 50 boeken liggen die me allemaal smekend aankijken: "Lees me! Lees me!" Dus kappen maar met dit blogstukje.

14 mei 2011

#17 Ontdek je plekje, ontdek Google Maps en Street View

Google Maps is een van de grootste zegeningen van het internet, en een van de weinige toepassingen die ik nog niet kende voordat Google het programma in 2004 kocht. Kort daarna stuitte ik erop, en heb sindsdien met verbazing gezien hoe het almaar verder is uitgebouwd en van nieuwe functies voorzien. M'n eerste kaart maakte ik in 2007 zie ik. Wie wat bewaart die heeft wat. Op de kaart is een piepklein stukje binnenstad te zien, maar ik weet bij Allah niet meer waarvoor ik hem destijds heb gemaakt.


Naamloos weergeven op een grotere kaart

Nee, ik liep in die tijd niet rond met geslachtsziektes, zeg ik maar meteen tegen degenen die de Groenburgwal wel erg prominent op de kaart vinden staan.
Daarna heb ik hooguit nog een handjevol kaarten gemaakt. Dat komt denk ik omdat Maps zo verdomde handig in gebruik is, en bovendien de functionaliteit almaar groeit, waardoor een gemaakte kaart gedateerd is op het moment dat je hem weer opduikelt. Moet je ergens naartoe en wil je weten hoe je er komt? In een handomdraai maak je er een.

Maar het is cursustijd. Om het de bedevaartgangers makkelijker te maken na mijn zaligverklaring, die me zeven jaar na mijn dood te wachten staat (ja, tegenwoordig wordt iedere boerenlul met de juiste connecties na zijn dood zalig en soms vervolgens als ie er een beetje aan trekt heilig verklaard; Pools zijn is daartoe echt geen voorwaarde), heb ik een nieuwe kaart gemaakt met de titel waar ik heb gewoond. Hierop staan alle adressen waar vóór mijn huidige adres m'n tafel en m'n bed langer dan een maand hebben gestaan. Een bedevaartganger/gangster met gezonde benen moet in staat zijn om ze in een halve dag af te werken, inclusief twee pauzes en een weesgegroetje voor het Mariabeeldje bij elk adres.


waar ik heb gewoond weergeven op een grotere kaart

Ik mis nog een functie om razendsnel de slimste route te berekenen die langs alle adressen komt.

Een toepassing die ik de laatste jaren gebruik, is gegevens vanuit Maps exporteren naar mijn GPS. Erg praktisch, met name tijdens vakanties, als ik in onherbergzame streken die nog niet gekerstend zijn, laat staan van internet voorzien, een paar bouwvallen wil bezoeken afkomstig van heidense beschavingen. Thuis, waar nog internet is, de adressen inponzen in Maps, GPS aansluiten, en exporteren maar. Vervolgens de jungle in met de jeep en, als die niet verder meer komt, met een kapmes in de ene hand en de GPS in de andere voorthakkend tot de afstand tot het object 8 meter genaderd is - dat is ongeveer de nauwkeurigheid van mijn Garmin in deze streken.

Leukste toepassing van Maps vind ik Streetview. Op Streetview staat mijn fiets.


Maar het is gewoon een leuk tijdverdrijf om virtueel een beetje door en stad of een dorp te dwalen. Jammer dat die stomme Duitsers Streetview hebben verboden. Over het algemeen zijn de buitenlanden nog niet bijzonder goed vertegenwoordigd in Streetview. Ik kan bijna niet wachten tot Google het mogelijk maakt om miniatuur helikoptertjes voorzien van camera's op afstand te besturen.

Tot slot: herinner ik me nu dat ik ooit via Flikker een paar foto's op Maps heb geflikkerd. Hoe ga ik die terugvinden? Geen idee.
Een ode aan Prins Claus

Hier en daar zie je er nog een: een bibliotheekmedewerker in boswachtersoutfit. Maar het gaat nu snel, en naar verwachting kan dit beeld binnen een week of twee voorgoed worden opgeslagen in ons collectieve geheugen. Slechts tijdens carnavalsvieringen zal deze kleding nog sporadisch te zien zijn.

De ontwerper, Bekkoui, een lekkere vent met intelligente oogjes die voortdurend een lichte spotzucht lijken uit te stralen, is het niet in de kouwe kleren gaan zitten. Bijna vier jaar geleden werd het personeel in zijn produkt gehesen. De onderhandelingen tussen hem en de biebdirecteur waren niet helemaal van een leien dakje gegaan. Dr. Frankl kwam Aziz, zoals intimi hem noemen, eens briesend tegen in de lift onderweg van de directie naar de begane grond. Het schuim bubbelde hem uit de mond en uit zijn ogen spoten duizenden minuscule vuurbolletjes. Zichtbaar een innerlijke strijd leverend vóór beschaving en tegen barbarij poogde hij vruchteloos zijn verwensingen binnensmonds te houden.

Maar strijd heeft een vaste plek in de levens van mannen als Bekkoui en Van Velzen. Strijd hoort bij hartstocht. En hartstocht is het voertuig dat hen leidt naar hun doelen. Van een beetje schuim uit de mond van een mode-ontwerper moeten wij als buitenstaanders dus niet te veel schrikken.


Ondertussen verspreidt de nieuwe bedrijfslerenkleur zich als een olievlek over het ODE. Groen wordt verdrongen door de kleur van de dood. Ja, de nieuwe kleur is zwart als de diepste diepte van een pas gedolven graf. Met uitzondering van het in bloedrood uitgevoerde logo, dat aan een spotlustige collega deze kwaadaardige grampraat ontlokte: OBA. Opbaren, Begraven, Afleggen.

De kleren komen uit de stal van Arlon, een bedrijfje dat zich schuil houdt op een industrieterrein in de grijze zone tussen Amsterdam-Nieuw Zuid en Nieuw West, maar dat afgaande op stijl en snit van de diverse ontwerpen zijn roots onmiskenbaar heeft in Londen.


Het personeel van het ODE heeft de eer gekregen om te worden gehuld in een geheel nieuw ontworpen lijn, genaamd Evolution. Het kan dus nog alle kanten op.



De nieuwe kleding lijkt iets praktischer dan de oude. Alleen zijn de zakken niet ruim bemeten. Vrouwen moeten het zelfs helemaal zonder zakken in hun pantalons doen. En omdat de vrouwenbroeken bovendien riemlusjes ontberen, zullen de draagsters hun taken voortaan met één hand moeten verrichten. De andere hebben ze nodig om te voorkomen dat ze opeens in hun blote kont staan. Iets wat we niet kunnen gebruiken in deze tijden van zedenverwildering, waarin de OBA als een rots in de branding pal staat voor het behoud van normen en waarden.
Bij sommige van mijn vrouwelijke collega's hebben de klerenmakers van Arlon dit dilemma weten op te lossen door de taille gewoon lekker strak te maken. Dit levert schokkende beelden op van damesflanken waar de broekstriemen diep in staan gestansd. Onderstaande foto is niet afkomstig van de website van Amnesty International, maar ter plekke gemaakt!


Een gemiste kans is verder het overvloedige gebruik van polyester in het vest. Wie een niet al te oud roeibootje bezit, of als kind van arme ouders een herfst lang in een gebruikte vuilniszak heeft rondgelopen, weet dat polyester niet alleen voorkomt dat vocht van buiten naar binnen gaat, maar ook van binnen naar buiten. Een natte rug is het netto resultaat. Wat weer een nadelig effect heeft op de arbeidssatisfactie van de Medewerker Informatie Dienstverlener, die wordt gedwongen om in deze kleding zijn of haar vochthuishouding te dereguleren.



"Wat vindt u eigenlijk van bedrijfskleding, dr. Frankl?", vroeg onlangs een vaste klant me die als journalist de kost verdient.

Welnu, dr. Frankl heeft niet zo veel met bedrijfskleding, of hij er daarin nu uitziet als een boswachter of als een doodgraver. Hij heeft gemerkt dat hij proactiever is in zijn eigen kloffie. Dat is een kwestie van geloof. Dr. Frankl gelooft gewoon niet in bedrijfskleding.
Ja, daar komt de aap dan eindelijk uit de mouw. Maar omdat geloof een persoonlijke zaak is, is hij bereid om te sterven voor het recht van anderen om wél in bedrijfskleding te geloven, en dit geloof ook uit te dragen.

Men kan ingewikkelde psychologische theorieën uitrollen om het verschil in antipathie ten aanzien van uniformen te verklaren. Dr. Frankl heeft zich daar enige tijd het hoofd over gebroken. Tot hem de wijze lessen te binnen schoten uit een van de trainingen die de OBA destijds aan het personeel aanbood.

De trainer van die training, S.H., destijds door collega's zo onterecht afgeserveerd als zweefteef, leerde ons geduldig hoe wij met ons allen in elkaar steken.
Ieder mens is uniek, sprak ze. Maar hoe vaak worden we op ons uniek zijn oftewel op onze authenticiteit ingezet? De wereld om ons heen bepaalt te vaak hoe wij moeten zijn en daarom laten we ons gemakkelijk uit onze natuurlijke kracht halen. Dit beïnvloedt onze prestaties op allerlei gebieden, zoals creativiteit, leidinggeven, inspiratie en efficiency.

Gelukkig heeft de OBA ons met de genoemde training handvatten aangeleverd om weer in onze authenticiteit te gaan staan, en deze vervolgens kinesthetisch te her-ankeren. Dat is dr. Frankl gelukt. Hij heeft zijn kern zichtbaar gemaakt en daarmee zijn authenticiteit hervonden. Dankzij de trainer heeft hij de schillen rond zijn authenticiteit herkend en ontmaskerd, en afgeworpen.
Een van die schillen is de vermomming, tot welke wij bedrijfskleding kunnen rekenen.
Pro-activiteit zit in je authentieke zelf, althans dat maakt je geschikt voor het werk, niet je vermomming.
Dr. Frankl werkt, leeft en ademt nu weer vanuit zijn stevig geankerde stukje eigenheid. Zijn klanten zijn hem er dankbaar voor. Niet in de laatste plaats omdat zij een in bedrijfskleding vermomde Medewerker Informatie Dienstverlening vaker niet dan wel als zodanig herkennen.

Ach ja, Prins Claus. Waren we die bijna nog vergeten. Niemand kan dr. Frankl ervan beschuldigen aanhanger van de monarchie te zijn. Maar Prins Claus was een goeie en dappere vent. Luttele jaren voor zijn dood sprak hij voor een internationaal gezelschap, en met vele camera's op zich gericht, met een onverhulde verwijzing naar Karl Marx, de volgende woorden, in een toespraak die de geschiedenis zou ingaan als The Declaration of the Tie:

Stropdasdragers aller landen verenigt u: werpt het touw af dat u hindert! Zet uw nek op het spel! Bevrijdt u en waagt u in het openboordenparadijs!

Waarna hij zijn eigen stropdas lossjorde, hem als in een striptease sensueel in de hand rondslingerde, en hem liet neerkomen voor de voeten van zijn verbijsterde vrouw.


Bewegende beelden van deze revolutionaire actie alhierrrr.
Aan Prins Claus draag ik dit blogsel op.

Tot slot: voor ik mijn oude bedrijfskleding in de kledingcontainer werp, waarvan de inhoud elke maand wordt afgevoerd naar Somalië, om daar te worden herverbruikt door arme sloebers die blij zijn met elk stukje textiel dat ze maar te pakken kunnen krijgen om hun lijven mee te bedekken, mag eerst mijn kat er nog even van genieten.

12 mei 2011

Niets is wat het lijkt

Onlangs meldde ik dat ik ontslagen ben na laten we zeggen een misverstandje, dat voortkwam uit een undercover-operatie van een agent van De Drieentwintig Dingen.
Recentelijk heb ik de hand weten te leggen op unieke opnames van het trainingskamp, waar de undercover agenten in dienst van De Drieentwintig Dingen hun missies in het uiterste geheim voorbereiden door middel van rollenspel, fysieke training, maar vooral een ijzeren discipline zoals wij die sinds het uiteenvallen van het oost-Gothische Rijk niet meer aanschouwd hebben.

Dankzij de onverschrokken moed van cameraman P. de J., die zich in het hol van de leeuw waagde, zich voordeed als kamptrainer, en met een knoopsgatcamera de volgende opnames maakte, is er een klein tipje opgelicht van de sluier die hangt over deze geheimzinnige organisatie, die met zijn lange tentakels alle geledingen van de maatschappij weet te bereiken.

Ja, een tipje slechts, want veel vragen blijven tot de dag van vandaag onbeantwoord.
Wie is de geheimzinnige Pater de Sonnaville? Met welk oogmerk heeft hij De Drieentwintig Dingen opgericht? Wat is er waar van de oude legende dat hij wordt gedreven door gevoelens van wraak jegens de Openbare Bibliotheek Amsterdam, dat werd gebouwd bovenop de plek waar ooit zijn zo geliefde Klooster Amsterland stond?

Vragen, vragen, vragen. Misschien dat sommige zullen worden beantwoord na grondige inspectie van de filmopnames die de onverschrokken P. de J. maakte in het trainingskamp. Schokkende beelden die demonstreren op welke meedogenloze wijze de agenten van De Drieentwintig Dingen zich onderwerpen aan een rollenspel, waarvan de regie in een granieten harnas van tucht is gegoten.

08 mei 2011

#16 Mobiel internet



Een smartphone heb ik niet; ik doe het met een stokoude Nokia lulbak, die ik zelden aan heb staan. De vrijheid die onbereikbaar zijn me biedt, weegt nog altijd op tegen de evidente nadelen van weten waar ik uithang en waarom. Gezien de nutteloze mogelijkheden van de moderne smartphone zal ook ik echter vroeg of laat overstag gaan.

Wél in mijn bezit is een tablet dat draait op Android. Android is het besturingssysteem dat Google op de markt heeft gebracht voor smartphones. Mijn merk tablet gebruikt het ook. En omdat Android open source is, kan er flink op los worden getweakt en gehackt, zelfs zodanig dat het me gelukt is op Android Market erop te zetten, de app-bron van de vrije jongens zeg maar, die wat moeite hebben met het sektarische karakter van Apple/iPad/iStore. Miljoenen apps zijn dus op de tablet te zetten, van toepassingen tot spelletjes. En ja, daar hoort ook het dierenslachtspel toe dat Dion Graus, hoofdcommissaris van de Animal Cops, onlangs op straffe van landuitzetting heeft verboden. Nog nooit is het uitroeien van vogeltjes zo lekker geweest!

Het ding is ook prettig te gebruiken als e-reader (ook om strips op te lezen trouwens, al is het scherm ietsiepietsies klein daarvoor),




om (hd)-films op te kijken, om kranten online mee te lezen etc. En er kan een SIM-kaart in, waardoor hij ook als telefoon te gebruiken is.
Helaas geen ingebouwde GPS. Maar ja, hij is dan ook wel twee keer zo goedkoop als een iPad - en anderhalf keer zo ongelikt.
De tablet maakt zijn reputatie van zakmes met zeven dingen pas echt waar door de mogelijkheid om hem, dankzij een slimme app, te gebruiken als superafstandsbediening voor m'n Squeezebox, het logistieke zenuwcentrum van Huize dr. Frankl, iets wat mijn vriend B. me influisterde die notabene zijn eigen bier nog zelf verbouwt, en dus feitelijk nog met één been in het Stenen Tijdperk woont.

Genoeg geluld. Wat we in de bieb moeten hebben, en ik heb het destijds al eens voorgesteld aan onze buren, de vrolijke jongens en meiden van TomTom, is een app voor een smartphone waarmee bezoekera na het intikken van een SISO-code worden geleid naar de plek waar het boek van hun gading staat.
Technisch best te doen, verzekerde Tom van TomTom me - en dat was drie jaar geleden, dus nu zou het een fluitje van een cent moeten zijn. Daarmee zetten we onszelf pas echt op de kaart.


Tot slot: sommige kranten en tijdschriften hebben meteen nadat de iPad-1 was uitgekomen, een pact met de Duivel, gesloten, jawel dat is de lulhannes die dingen uitvindt waarvan we nog niet wisten dat we ze nodig hadden, en zitten nu vast aan wurgcontracten met de iStore, waaraan ze stevig moeten betalen voor de diensten van dit iWinkeltje. Hopelijk zien ze hun vergissing snel in en ontwikkelen ze alsnog de mogelijkheid om hun produkten (kranten en tijdschriften online) te verkopen aan de gebruikers van open source-alternatieven.

02 mei 2011

Ontslagen

Het kan raar lopen. God's wegen zijn duister en zelden aangenaam.
Ik zit in mijn ei in de biep. Komt er heupwiegend een meid naar me toe, pak hem beet 5 HAVO, is m'n eerste indruk. Opdracht van school. "Meneer, mag ik u een vraag stellen?" Ik knik.
"Gebruikt u ook soosjale media?"
Ik kijk nog eens goed naar die meid. Ha! Ik snap het! Controle! Heel goed! Veldwerk! Daar kom je vaak meer mee te weten dan met het laten invullen van digitale invuloefeningen, die iedereen kan feken en kutten en peesten!
Die meid. Hoofddoek. Mooi opgemaakt. Knap gezichtje. Pientere oogjes met een twinkeling erin. Borsten. Een prachtig geel satijnen gewaad met daaronder iets even oogverblindends blauw. Raffaello-blauw. Maar mij houdt ie niet voor de gek!
M'n eerste impuls om te antwoorden: "Natuurlijk gebruik ik soosjale media, coach, wel 23 zelfs" onderdruk ik. Tjonge, wat een knap werk. De rouge. De eyeliner. De details. En bovenal het enorme lef.
Ik speel het spelletje mee. "Ja hoor", antwoord ik. "Ik gebruik sociale media volop, ik doe niets anders. Ik bel regelmatig. Ik schrijf nu en dan een brief. Ik lees de huwelijksadvertenties. Heb laatst zelf nog mijn vrijwel ongebruikte pc op ViaVia gezet. En oja, ik zit ook wel eens in de kroeg om wat bij te kletsen. Staat dat ook op je lijstje?"
Dimitar valt even stil. Hij lijkt het plotseling warm te hebben onder zijn gewaden. Maar hij is ook niet van gisteren, en herwint zichzelf snel. Hij vult wat onduidelijks in in een leeg vakje: "ca-fe-be-zoek. Valt onder chatten. Gebruikt u verder nog soosjale media, meneer?"

Het is mooi geweest. Ik kan mijn gezicht niet langer in de plooi houden. "Is het nog niet genoeg, coach?" grijns ik, en terwijl ik razendsnel met mijn ene hand de doek van zijn hoofd trek, knijp ik met de andere in een van zijn borsten.
Ik verwacht half het geluid van een claxon te horen, maar het blijft stil.
Dimitar blijft ook stil. Zijn gezicht staat strak.
Maar dan, langzaam, verschijnen de eerste lachrimpels. Plotseling schatert hij het uit. "Hoe wist je dat!" buldert hij, terwijl hij de hoofddoek verder lostrekt. En meteen, samenzweerderig om zich heen kijkend en fluisterend: "He dr. Frankl. Niet verder vertellen hoor. Ik moet er nog zes doen." Hij doet de hoofddoek weer op, knipoogt naar me, en verdwijnt als een undercover in de nacht.

Vijf minuten later verschijnen er twee OBA-klerenkasten in donkerblauwe uniformen. Ze slepen me de lift in en voeren me af naar de martelkamer onder het magazijn. Daar confronteren ze me met camerabeelden. Hierop is te zien hoe ik een vrouw molesteer. Een moslima nog wel. Dat maakt het er bepaald niet beter op. De beelden zijn weliswaar scherp, maar werden gemaakt met een langzaam om zijn as draaiende camera. De ontknoping staat er niet op. Van mijn uitleg geloven ze geen barst.

De rest laat zich raden. Zoals Johan Cruijff al zei: Van camerabeelden kan je niet winnen. Je kan alleen van ze verliezen.