21 juni 2011

OP MIJN BEGRAFENIS






Sommige verhalen schrijven zichzelf. Ik zit laatst een blogstukje te tikken. Daarin beschrijf ik de waar gebeurde geschiedenis van een vent die in zijn pyjama, gezeten aan de keukentafel, een anekdote uit zijn eigen leven op papier zet. De hoofdpersoon in die anekdote kuiert door het Vondelpark. Hij kijkt naar de bankjes bij de vijver. Er loopt veel volk rond, want het is verrukkelijk zacht lenteweer. Hij kiest een bankje uit waar maar één persoon op zit, en neemt plaats op het uiteinde. Hij strekt zijn ledematen en kijkt om zich heen, genietend van het zonnetje. Terloops knikt hij naar de jonge jongen die een meter naast hem zit. Deze knikt terug, en wendt zijn blik weer naar de puzzel in zijn krant.

De vent in de pyjama neemt de laatste slok van zijn warme melk en tuurt op de keukenklok. Bijna half vijf. Hij zet een bord op tafel, haalt uit een plastic zak een boterham en gooit die van een afstand op het bord. Als hij de boterham vastpakt om hem te smeren, knijpt hij er eens in, en doet hem daarna alsnog terug in de zak. Hij ruimt alles op, knipt het keukenlicht uit waardoor het eerste ochtendgloren zichtbaar wordt, en gaat terug naar bed.

Ondertussen hangt de hoofdpersoon uit de anekdote minutenlang onbeweeglijk genietend op het bankje in zijn uitgestrekte houding, het gelaat naar boven gericht, de ogen gesloten. Dan haalt hij diep adem, gaat rechtop zitten, en pakt uit zijn tas een klein model notebook en een trommeltje.
Terwijl de notebook bezig is met opstarten, haalt hij het deksel van het blik. Er zit wat oud brood in. Hij scheurt een stukje van een boterham af en gooit dat in de richting van de dichtst bijzijnde eend, die een paar meter verderop ronddobbert.
De jongen gaat iets onderuit zitten. Samen kijken ze nu naar de eend, die op zijn dooie gemakje in de richting van het stukje brood drijft, maar het dan te veel moeite vindt om er de kant voor op te klimmen.
"Verwende beesten", zegt de man.
"Hebt u er wel jam op gedaan?" lacht de jongen.
De man schrijft wat op zijn laptop, onderbroken door lange pauzes waarin hij loom naar de eendjes kijkt. De jongen gaat verder met zijn puzzel.
"Chocola met dito vulling", zegt hij. "Zes letters. De laatste is een e."
"Kan niet", antwoordt de man. "Dan is het pure chocola."
Het blijft even stil. "Cryptogram", zegt de jongen, "het is een cryptogram. Geen kruiswoord."
"Oh." Beiden kijken peinzend voor zich uit.
Opeens gaat de man rechtop zitten, pakt zijn blik met oud brood en tikt tegen een woord op het deksel. De jongen leest hardop: "Droste. Dros-te. Past wel, maar ik snap hem niet."
"Het Droste-effect. Chocola met chocolade vulling."
De jongen begrijpt er niets van. De man legt uit wat het Droste-effect is, en waar het vandaan komt: een plaatje van een zuster die een op een dienblad een Droste-doos of blik houdt met daarop een plaatje van een zuster die...
De jongen denkt na. "Dus eigenlijk is dit ook een Droste-effect? Dat het antwoord op uw blikje staat?"
"Nee, dat is toeval."
De man tuurt naar het scherm van zijn notebook en draait dit na wat aarzelen naar zijn gesprekspartner toe."Dit zou je wél een Droste-effect kunnen noemen."
De jongen leest van het scherm:

Sommige verhalen schrijven zichzelf. Ik zit laatst een blogstukje te tikken. Daarin beschrijf ik de waar gebeurde geschiedenis van een vent die in zijn pyjama, gezeten aan de keukentafel, een anekdote uit zijn eigen leven op papier zet. De hoofdpersoon in die anekdote kuiert door het Vondelpark. Hij kijkt naar de bankjes bij de vijver. Er loopt veel volk rond, want het is verrukkelijk zacht lenteweer. Hij kiest een bankje uit waar maar één persoon op zit, en neemt plaats op het uiteinde. Hij strekt zijn ledematen en kijkt om zich heen, genietend van het zonnetje. Terloops knikt hij naar de jonge jongen die een meter naast hem zit.

"Wat is dit? Bespioneert u mij, of...?" stamelt de jongen verbijsterd.
"Welnee", lacht de man. "Het is precies wat er staat. Sommige verhalen schrijven zichzelf. Hier staat gewoon wat ik meemaak. Niet veel, zoals je leest."
"Nee. Maar het is wel vreemd om dit te lezen. Net alsof ik gevangen ben in uw verhaal."
"Dat ben je ook", lacht de man, terwijl hij het deksel van de notebook dichtklapt.

De vent in de pyjama ligt te woelen. Hij voelt zich niet lekker. "Ga nou slapen", mompelt zijn vrouw terwijl ze zich omdraait.

"Maar het Droste-effect werkt dan twee kanten op", concludeert de jongen. "Wat ik doe, komt in uw verhaal terecht."
"Klopt. Jij en die eend. Als nu die eend de kant op klimt en dat stuk brood opeet, schrijf ik dat op."
"Zet hem dan maar weer aan", lacht de jongen. Alsof de vogel het gesprek gevolgd heeft, klimt hij de kant op en waggelt naar het stuk brood.
De man klapt zijn laptop weer open, en schrijft:

De eend heeft nu toch besloten om de kant op te klimmen voor het stuk brood.


De jongen denkt na en roept vertwijfeld: "Maar wie schrijft ons dan op?"
De man haalt zijn schouders op en antwoordt: "Zulke dingen moet je je niet afvragen." Hij typt, met het scherm half naar de jongen toegedraaid:

Als ik plotseling dood neerval, onder een auto kom of mijn nek breek, wordt deze tekst op mijn begrafenis voorgelezen.


De vent in de pyjama zit ondertussen weer aan de keukentafel te schrijven. Het is inmiddels 6 uur 's ochtends. Nog steeds voelt hij zich niet lekker, maar tegelijk heeft hij nu een gevoel van voldoening. Hij pakt een paracetamol, maar stort ineen op het moment dat hij een glas begint te vullen met water, en sterft.

Sommige verhalen schrijven zichzelf. Ik wil dat dit stuk op mijn begrafenis wordt voorgelezen. In het zaaltje waar u nu zit.

19 juni 2011

PLAN THE IMPOSSIBLE!

De levenskunstenaar en visionair H. Th. Wijdeveld


Als ik kijk naar het handjevol helden in m'n leven, valt me op dat ze allemaal vol tegenstrijdigheden zitten. Allen spreken zichzelf met enige regelmaat tegen; allen zijn ze verbaal onnavolgbaar. Ze leven in een universum dat ze zelf hebben geschapen, met een interne logica, van waaruit ze hun visie met zo een passie verdedigen, dat alles in hun omgeving smeult.


Een van die helden is de architect H. Th. Wijdeveld, in 1885 in Den Haag geboren maar al op jonge leeftijd naar Amsterdam verhuisd. Hendrik kon goed tekenen, en al op zijn 15e ging hij werken voor de grote Cuypers (1827-1921), die kantoor hield in de Jan Luykenstraat, pal achter het Rijksmuseum. Cuypers had al snel oog voor de gedrevenheid en het ongewone tekentalent van zijn nieuwe werknemer. Toen op een kwade dag de toren van de Vondelkerk in brand raakte, een kilometer verderop en een recente schepping van Cuypers, haastten allen zich er naartoe om hulpeloos toe te zien hoe deze in de as werd gelegd.



Fantastisch gezicht; tragisch, verschrikkelijk, maar ondertussen van een schoonheid ook, zou Wijdeveld driekwart eeuw later over deze gebeurtenis zeggen. Na een paar minuten te hebben toegekeken dacht Hendrik, die toen 18 was: Die toren moet worden herbouwd! Zonder een seconde tijd te verliezen, rende hij terug naar de Jan Luykenstraat. Daar, in een kamertje hoog in het gebouw, bewaarde Cuypers de tekeningen van zijn projecten. Hendrik pakte de tekeningen van de Vondelkerk uit de kast, spreidde ze uit, en begon ze te bestuderen. Wijdeveld in de dop: Kijk vooruit.



Er klonk gestommel, en even later kwam iemand het kamertje binnen. Het was de oude Cuypers die, zichtbaar ontdaan over het lot van de toren, stamelde: Oh... mag ik even zien... ik wil de kerk...
Hendrik onderbrak hem. Meneer Cuypers, hier liggen de tekeningen, kant en klaar.
Cuypers sprak geen woord. Hij keek Hendrik even aan, en legde toen zijn hand op zijn schouder. Dat was alles wat hij deed.
Twee weken later werd Hendrik naar Cuypers geroepen. De bejaarde architect benoemde hem zonder omhaal van woorden tot opzichter bij de bouw van kasteel De Haar in Haarzuilens.

Vanaf dat moment ontwikkelde Wijdeveld zich tot een visionair met een ongekende verbeeldingskracht. Hij sloot zich aan bij de architectuurstroming die bekend staat als de Amsterdamse School, en werd een belangrijke inspiratiebron voor de leden daarvan. Dat Wijdeveld een hang naar het monumentale had terwijl de Amsterdamse School neigde naar een sterke detaillering, was geen belemmering. Er zijn zelfs talloze voorbeelden van hoe monumentaliteit en detail met elkaar versmolten.


Om zijn ideeën te verspreiden, maar ook om tot een echte beweging te komen, richtte hij samen met een paar geestverwanten in 1918 het zeker voor die tijd bijzonder glossy tijdschrift Wendingen op. Het was groot, opvallend vierkant, en duur. Elk nummer was weer anders vormgegeven, en hierin had de hoofdredacteur de hoofdrol. Wijdeveld, zelf een uitstekende typograaf, ontwierp een paar schreefloze lettersets en liet daarmee zijn tijdschrift zetten. Schreefloze letters? Jawel. In die tijd stond dat gelijk aan vloeken in de kerk.
Een blad zonder concessies dus, dat zal niemand verbazen die nog even door blijft lezen. Wendingen bestond behalve uit artikelen van Wijdeveld en anderen vooral uit heel veel foto's en tekeningen op het gebied van architectuur, kunst en toegepaste kunst. De integratie van diverse toegepaste kunstvormen, dat zien we ook terug in vintage Amsterdamse School. Alles: metselwerk, houtwerk, straatmeubilair, was doordrenkt van dezelfde filosofie, waarvan verbeeldingskracht misschien wel het opvallendste ingredient was.


Zelf bouwde Wijdeveld in deze periode ook het een en ander. De zeer lange gevel aan de Hoofdweg is een goede, zij het controversiële illustratie van zijn uitroep dat het huis overwonnen [is], de straat uitgevonden.

Het grootste bouwkundige genie binnen de Amsterdamse School was Michel de Klerk, het 25e kind van een straatarme diamantslijper, door Cuypers, die een fijne neus had voor talent, onder de hoede genomen, en geslepen tot de diamant waarvan men later zou opmerken dat hij bakstenen kon laten zingen. Hoewel De Klerk zijn ei niet helemaal kwijt kon binnen de beperkingen van de sociale woningbouw van de Amsterdamse School, wist hij een paar sprakeloos makende arbeidersblokken neer te zetten, voor hij in 1923 op slechts 39-jarige leeftijd stierf.


Kort hierna schreef Wijdeveld in Wendingen een artikel over de meubels en de lampen die De Klerk had ontworpen, en vatte de essentie van de mens en de kunstenaar De Klerk samen:

Hij was zoo licht en onaangetast door teveel kennis, dat hij in de ruimte van de phantasie kon zweven. Zijn werk was phantastisch, grillig en spontaan....

.... De strijd tussen expressionisten en constructivisten of het zoeken naar mechanisme of normalisatie kende hij niet. Hij streed niet en zocht niet om der wille van de idee of uit overtuiging.


De organische bouwkunst van De Klerk heeft velen geïnspireerd, maar daar waar die inspiratie leidde tot imitatie, vielen de meesten door de mand. Oorspronkelijkheid valt niet na te bootsen. De Amsterdamse School had zijn beste tijd gehad.

Ondertussen werkte Wijdeveld als een bezetene aan zeer vele projecten, waarvan sommige aan het megalomane grensden. Zo ontwierp hij een schacht van twintig kilometer richting middelpunt van de aarde, omgeven door een glazen koepel, waar dan weer hoge flats omheen stonden. Hij hoopte dat de mensheid door de inspanningen die de aanleg hiervan kostten - we schrijven 1919 - geen puf meer zou hebben in het voeren van oorlogen. Uiteraard kwam het niet tot realisatie, en brak om die reden, wie zal het zeggen, de 2e Wereldoorlog weldra uit.
Ook kwam hij met het plan om oude binnensteden te beschermen tegen stadsvernieuwing door er gigantisch hoge torens omheen te bouwen. Weer een ander plan behelsde de aanleg van een reusachtig park tussen Amsterdam en Zandvoort. Hij was misschien wel de eerste die voorstelde om een brug over het Vondelpark aan te leggen die de Van Baerlestraat moest verbinden met de 1e Constantijn Huygensstraat. Wie kan zich nu nog voorstellen dat die brug er ooit niet geweest is? Wie kon zich destijds voorstellen dat deze brug de volstrekt logische oplossing was om oud-West te verbinden met oud-Zuid?

Wijdeveld bleef maar doorgaan met het uitspuwen van plannen en ontwerpen, zoals voor een Volkstheater in het Vondelpark, met een ingang waar je als het ware in wordt gezogen als in een dampende kut:


Hij kwam tot een nieuwe visie op de stad. Met name over de rol van de natuur hierin had hij het een en ander te zeggen. De stad als totaaltheater, in plaats van als een lukraak bij elkaar gesmeten verzameling van straten en huizen. Of de stedeloze stad, zoals deze tekening uit 1925 verbeeldt.



Plan the impossible! riep hij na een bezoek aan de Amerikaanse architect Frank Lloyd Wright, die een gelijkgestemde ziel kan worden genoemd van de hoofdpersoon van deze blog.
Alsof tijd niet bestond, ontwierp Wijdeveld ook nog honderden posters, diploma's, kalenders en tijdschriftcovers, tot voor Hitweek aan toe.





Met een onbeschrijflijke energie en zonder te worden gehinderd door obstakels zoals introspectie, behoedzaamheid en faalangst schiep hij zijn eigen energie door energie te verspreiden.

Wijdeveld was niet een man van herinneringen, al had hij die bepaald wel. De filmmaker Hank Onrust maakte in 1975 een documentaire over hem. Hierin zien we hoe de dan 90-jarige van zijn ene schepping naar de andere wordt gesleept om daarover herinneringen op te halen; scheppingen waar hij niet meer naar had omgekeken sinds de voltooiing ervan.
Hoewel, gesleept: Wijdeveld huppelt geestdriftig voor interviewer en cameraploeg uit, en put met grote helderheid uit zijn geheugen, met als beginpunt zijn eerste bouwproject in 1897. Hij was toen twaalf. Als het zonnetje doorbreekt, draagt hij een zilver-brokaten jasje.
Soms aarzelt hij zichtbaar tussen het ophalen van herinneringen en het vertellen wat hij allemaal nog van plan is. Ach, dat is allemaal voorbij, relativeert hij. Waarop ongeduldig: We moeten door!

In 1985, ter gelegenheid van zijn honderste verjaardag, verscheen zijn autobiografie, met een titel die de Man met de Zeis leek te willen treiteren: Mijn eerste Eeuw.
De koper die verwachtte een overzicht van het leven van de schrijver aan te treffen kwam bedrogen uit. Wijdeveld had echt wel wat beters te doen dan terugkijken op zijn leven! Het boek bestond uit beschouwingen en artikelen van zijn hand, en plannen die hij nog had.

Kort na het verschijnen van Mijn eerste Eeuw kwam Wijdeveld ten val en brak hij zijn heup. Alsof het leven geen zin meer had als je je er niet doorheen kan bewegen, besloot hij dat het genoeg was geweest. De Architect van Moeder Aarde stierf, 101 jaar oud.



De documentaire die hierboven wordt genoemd, is voor collega's op verzoek beschikbaar bij de schrijver van deze blog.
#22 Bibliotheek 2.0 en de toekomst van bibliotheken




Er was iets dat me tegenstond aan het filmpje dat op de 23dingenpagina en op Youtube staat. Natuurlijk stoort dat I will dit en I will dat-toontje. Maar toen ik merkte dat de tekst van dit hele manifest op duizenden plekken op het internet staat, wist ik het opeens. Dat filmpje triggert herinneringen aan een avondje Evangelische Omroep uit de jaren 70. Tussen de programma's door verschenen er stichtelijke spreuken op het scherm met een vaas bloemen ernaast en tegen een groene achtergrond. De muziek werd verzorgd door het Urker Mannenkoor.

Wat zien we in het filmpje? De Nieuwe Geloofsbelijdenis volgens Bibeleteek 2.0. De meerwaarde ten opzichte van de kale tekst moet komen van de onduidelijke plaatjes tussendoor, ter meditatie wellicht, of om de fantasie mee op te wekken. Wie zal het zeggen. Hieronder is dan nog een New Age muzakje geplakt, als extra maatregel om ons in slaap te doen sukkelen.

Ik zie heel aardige dingen gebeuren in het nieuwe denken over bibliotheken, maar van dit filmpje krijg ik een wat ongemakkelijk gevoel.
Dat geldt tot op zekere hoogte ook voor het Manifest zelf. Verreweg de meeste van de zeventien goede voornemens waaruit het bestaat zijn niet direct bibliotheek-gerelateerd, maar geven eerder een levensinstelling weer, die op een scheurkalender trouwens niet zouden misstaan. Ik pak twee willekeurige voorbeelden:

I will let go of previous practices if there is a better way to do things now, even if these practices once seemed so great.

I will take an experimental approach to change and be willing to make mistakes.

Zouden bibliothecarissen die al niet zo in het leven staan, opeens in staat blijken te zijn om deze opdrachten in hun werk vorm te geven? Of blijft het bij het maken van een printje van het Manifest, dit op het plaatselijke prikbord prikken, en er zo nu en dan even tevreden naar kijken?

Ik hou een slag om de arm; op zich is er niets verkeerds aan om je uitgangspunten te formuleren en te herformuleren. Maar wat mij betreft zijn deze zeventien geloofsartikelen zeventien open deuren. Bovendien ontbreekt de bezieling; de bezieling die zo spreekt uit de bekende voorganger uit 1848. Een knaap zei op het Mega-Communicatieplein van een paar weken terug dat je soms niet te veel moet nadenken, maar het gewoon moet doen. Mijn advies: lees het Manifest nog eens goed door, knoop de boodschap in je ogen, beleg het vervolgens met roomboter en suiker, en peuzel het op.


Lees daarna het volgende blogseltje, dat gaat over de man die als motto had:

Plan the impossible!


Voor wat dit blogsel betreft laat ik het hierbij. In de laatste aflevering kom ik terug op de opdracht. Hoe wij de bieb van de toekomst zien hangt in mijn perceptie nauw samen met opzet, doelstelling en ervaring van en met de cursus 23 Dingen, reden waarom ik dat liever in één artikel behandel.
DE GEKKEN (1)




Het zijn stomme dingen: je zit in de trein van hot naar her en halverwege moet je overstappen. De eerste trein had vertraging, dus je holt naar het perron waar moet worden overgestapt. Goddank! Maar daar klinkt een fluitje. In vliegende vaart ren je de trap naar het perron af, een oude van dagen met je meesleurend. Er staat nog een deur open dus je neemt een duik en stort je naar binnen. Pfff, op het nippertje, denk je triomfantelijk, je gelukzalig uitstrekkend op de bodem van de trein.
Het verwachte gepuf van de deuren blijft echter uit; de trein blijft nog minuten staan! Meewarig en zonder een woord te zeggen kijken andere passagiers je aan, terwijl een paar toeristen op hun dooie akkertje binnen komen schuiven, enorme koffers met zich meeslepend. Kijk! Daar is de bejaarde ook die je zojuist tegen de vlakte had gelopen. Ze kijkt meewarig op je neer, je bent immers nog niet overeind gekrabbeld, en net op het moment dat je verheugd concludeert dat je verbaal door haar gespaard gaat worden, spreekt ze op vernietigende wijze de volgende woorden: "Haastige spoed is zelden goed, jongeman."

Goed, laat ik er maar niet omheen draaien: mij overkwam laatst zoiets. Ik voelde me behoorlijk stom en liep een paar coupés door, waar niemand het gebeurde kon hebben gezien. Er was een plaats vrij naast een man die druk in de weer was met een scheerspiegel. Hij bekeek er zijn vingers in, die knippende bewegingen maakten. Ook dat nog. Vijfentachtig kilometer lang opgezadeld met een gek, die inderdaad nodig geschoren moest worden. Hij begon het spiegeltje voor zijn ogen heen en weer te bewegen. Ik deed maar net of ik niks zag en vervolgde het interview met Sjuul Paradijs, de hoofdredacteur van de Telegraaf die zich bijna dagelijks door zijn eigen krant laat interviewen. Wij zijn er in de eerste plaats om onze lezers te vermaken, stond er open en bloot. Ik spiekte naar het spiegeltje van mijn buurman, en keek hem recht in de ogen. Hij had mij al die tijd zitten opnemen. Ik voelde me betrapt, maar daar had hij duidelijk minder last van. Hij grijnsde en deed zijn mond open om me, zoals snel zou blijken, een huiveringwekkende complottheorie te ontvouwen.
"Ze verraden zich", zei hij. "Ga maar eens voor een spiegel staan. Niet zo een als deze, maar een grote, waar je helemaal op past."
Hij bewoog het spiegeltje tot vlak voor mijn neus. Ik duwde mijn hoofd zover mogelijk terug in de rugleuning.
"Links wordt rechts en rechts wordt links. Of niet soms?"
Bedremmeld moest ik instemmen.
"Maar waarom", schreeuwde hij, "wordt onder dan niet boven en boven niet onder?"
Daar had ik nimmer over nagedacht.
"Of wil je soms zeggen dat je op je kop in de spiegel staat? Nee toch?" Woest gooide hij zijn speelgoed op de grond.
Zoiets belachelijks had ik nog nooit gehoord. Natuurlijk werden links en rechts omgewisseld maar onder en boven niet.
"Waarom? Waarom?" bulderde hij nu.
Ik haalde mijn schouders op. Eerlijk gezegd had ik geen idee.
Hij maakte een gebaar dat ik dichterbij moest komen. Behoedzaam keek hij om zich heen, en fluisterde daarna in mijn oor: "Omdat het doorkijkspiegels zijn, daarom."
Verbluft keek ik hem aan.
"En driemaal raden wie er aan de andere kant staan."
"Wie dan?" vroeg ik argeloos.
"Wie dan! Wie dan! Wacht maar, je komt er wel achter. Na Prinsjesdag."
De conducteur kwam en de man werd de trein uitgezet, omdat hij geen geldig vervoersbewijs had. Ik bleef met die vraag zitten.

Nog drie maanden tot Prinsjesdag. Ik bekijk elke dag het journaal, smachtend naar een tipje van de sluier. Maar vooral kijk ik in de spiegel. Wie zit daar achter? Waarom wordt onder niet boven? Wie het weet mag het zeggen. Onder de goede inzenders wordt een spiegeltje verloot.

DE GEKKEN (inleiding)




De musicoloog Charles Rosen wijst in zijn prikkelende The Classical Style: Haydn, Mozart, Beethoven (1971) op de rol die nu vrijwel vergeten componisten hebben gespeeld in de muziekgeschiedenis. Het waren geen genieën, maar dat betekende nog niet dat ze niet volop experimenteerden. De resultaten varieerden. Zeker is dat het bezit van originaliteit niet het vermogen impliceert om daar ook iets zinnigs mee te doen. Of zoals Oscar Wilde fijntjes terugschreef aan de beginnende schrijver, die hem ter beoordeling een manuscript had gestuurd:

Your manuscript is both good and original. But the part that is good is not original, and the part that is original is not good.

Niet zelden gingen grotere goden dan aan de haal met deze originele ideeën, maar deden er vervolgens iets beters mee. Vergelijk Mozart's inktzwarte meesterwerk Don Giovanni maar eens met Gazzaniga's een jaar eerder gecomponeerde en eveneens in Wenen uitgevoerde gelijknamige werk, echter geconcipieerd als komische opera. Dat is nog eens glorieus jatwerk van Mozart geweest!
Dit is ook de gedachte achter de uitspraak van Picasso dat middelmatige kunstenaars lenen, terwijl grote kunstenaars stelen. Vrijwel alle grote meesterwerken hebben wortels in inmiddels vergeten voorgangers van vergeten kunstenaars. De kracht van een grote kunstenaar zit hem in de wijze waarop hij reeds bestaande elementen laat samensmelten.

Wat heeft dit met gekken te maken?
Niet veel, maar wel genoeg.
Ik ben altijd vrij makkelijk aan de praat geraakt met gekken. Gekken hebben een perceptie van de werkelijkheid die een flink stuk verwijderd ligt van de gemiddelde perceptie van de werkelijkheid. Hierdoor zijn ze doorgaans te onaangepast om makkelijk te kunnen meedraaien in de maatschappij.

Vandaag of morgen start op deze plek een serie over de ontmoetingen met gekken die ik de laatste jaren heb gehad, met een nadruk op de vaak zeer korte gesprekken die ik met hen voerde of ideeën die ze ventileerden. Die ideeën zijn over het algemeen wel origineel, maar niet goed. Heel verfrissend dus in een maatschappij vol goede ideeën die niet origineel zijn. Laat je eens inspireren door een gek.

18 juni 2011

Revolutie!

verslag van het Communicatieplein over 23 dingen van 7 juni 2011

Hans van Velzen, directeur van de OBA

De digitale revolutie waar we sinds een jaar of tien middenin zitten, heeft een onvoorspelbaar karakter door de snelheid waarmee ze zich voltrekt, en laat zich niet op hiërarchische wijze sturen. Er zijn geen leiders en iedereen kan zich bij deze revolutie aansluiten. Het lijken de technische mogelijkheden te zijn die bepalen wat er gebeurt, maar vergis je niet: met ons allen vormen we een reusachtige organische zeef, die handen en voeten geeft aan die mogelijkheden. Slechts een handjevol van de talrijke toepassingen die worden ontwikkeld slaat aan. Deze toepassingen hebben dus een uitgesproken vluchtig karakter.

Op dinsdag 7 juni hadden we een zaal vol twitterende, pingende, sms-ende en facebookende bibliothecarissen. De meesten gebruikten hiertoe hun smartphone of een tablet. Hier en daar zat er nog iemand met een notebook, maar dat zag er vreselijk 2009 uit. Wat zullen de deelnemers van het Communicatieplein anno 2016 aan het doen zijn, en waarmee?

Hans van Driel, docent Mediawijsheid

Een van de sprekers was Hans van Driel. Hij doceert in Tilburg Mediawijsheid, en is een meester in het relativeren. Hij wees op de vergissing die vaak wordt gemaakt: de merites van Web 3.0 – dat is de nieuwste ontwikkeling naar een integratie van diverse toepassingen, met name sociale media, mogelijk gemaakt door technische vooruitgang – beoordelen aan de hand van de meer statische waarden die tot diep in de jaren 90 golden. Hans gaf het voorbeeld van de museumdirecteur die zijn dedain voor digitale kunst aldus onder woorden bracht: Noem mij eens één digitaal kunstwerk dat over honderd jaar nog bestaat.
Van Driel stipte ook fijntjes aan, ter illustratie van de beperkte houdbaarheidsdatum van de normen en waarden die wij onwillekeurig voor onveranderlijk en eeuwig houden, dat Socrates weinig op had met het geschreven woord. Daar zag hij geen toekomst in. Spreken, luisteren, dat was je ware! Iets dat wij trouwens weten omdat Plato dat destijds zo netjes heeft opgeschreven, maar dit terzijde. Analyse van een at random geselecteerde verzameling twitterberichten zou de bevooroordeelde taalwetenschapper de conclusie kunnen ontlokken dat we met ons allen in een proces van debilisering zitten. Deze taalwetenschapper staart zich echter blind op uiterlijkheden.

Rob Coers, "mr. 23 Dingen"

Wat moeten wij hiermee als openbare bibliotheek, die koortsachtig op zoek is naar een nieuwe reden tot bestaan, een nieuwe identiteit, nu de traditionele klant het ouderwetse boek de rug toekeert en zich vol overgave stort op de moderne tijd? De revolutie komt van onderaf, en heeft door de enorme sociale en interactieve mogelijkheden een hoog democratisch gehalte. Hans van Driel waarschuwde dat krampachtig en defensief reageren op de ontwikkelingen niet de verstandigste manier is. Uit alle macht controle willen houden staat innovatie in de weg. Loslaten en jezelf opnieuw uitvinden zijn de sleutelwoorden. Experimenteer, en neem voor lief dat je nu en dan op je bek gaat. Dat geldt voor werkgevers, die de traditionele gezagsverhoudingen zien afbrokkelen, maar ook voor werknemers, van wie nu veel meer initiatief wordt verwacht.

Pater De Sonnaville van Klooster Amsterland

Wat later op de dag sprak iemand in de zaal woorden van de volgende strekking:

Iedereen [in loondienst van de bibliotheek] heeft altijd wel een smoes om iets niet te hoeven doen: het mag niet, het kan niet, het is te moeilijk, er is geen tijd voor, het staat niet in het beleidsplan, de directie wil het niet. Vervolgens gebeurt er niks. Maar stilstand is achteruitgang. Tijdens revoluties moet je dingen gewoon doen, en vooral niet te lang achterom kijken. Gooi al die smoezen dus overboord en denk mee. Geef vorm aan je ideeën en zoek naar een manier om ze uit te voeren. Trek het initiatief naar je toe.

Deze woorden waren me uit het hart gegrepen. Ze sloten ook perfect aan bij de boodschap van Hans van Driel. Wij zijn de revolutie. Wat zich afspeelt in de maatschappij, moet zich ook afspelen in de bibliotheek, onze bieb, wil de bibliotheek aansluiting houden bij de maatschappij. Ga niet passief zitten wachten tot het mag, maar doe het gewoon. Grijp de macht. Wacht niet op beleid, maar maak beleid. Want de bibliotheek, dat ben jij.

Het bleef nog lang onrustig in de zaal, totdat iedereen volgepompt met inspiratie huiswaarts keerde.


Kijktip: trailer van de nieuwe bibliothriller 23
#21 Aquabrowser My Discoveries en andere sociale bibliotheekcatalogi



Leuk, dat My Discoveries. Tien minuten na de lancering was ik al lid. Ik maak sporadisch gebruik van de dienst, maar wel structureel.
Dat gaat zo: lees ik iets over een boek dat me wel wat lijkt of een cd die ik wel wil horen, dan zoek ik hem op in de Aquabrowser. Als hij er wel in staat maar om wat voor reden niet beschikbaar is, dan zet ik hem op mijn lijstje. Eens in de zoveel tijd ga ik dat lijstje na, en dan blijkt vrijwel alles dat erop staat, inmiddels ook gewoon te leen te zijn.
Deze blogdracht was een aanleiding om weer eens te gaan kijken. De helft van wat erop staat heb ik geleend; de rest komt een volgende keer.



Je kan je lijstje ook de cloud in mieteren. Daar piekerde ik nooit over. Ik ben daar gek! Maar speciaal voor de cursus heb ik mijn lijstje openbaar gemaakt, echter niet nadat ik eerst alle werkjes had verwijderd die betrekking hebben op iets dat voor mij een onschuldige passie is, maar wat wel eens verkeerd zou kunnen worden uitgelegd. Degenen die mij wat beter kennen, weten dat ik een deel van mijn vrije tijd besteed aan het geven van workshops aan slanke blote jongetjes. Ik leer ze in zes lessen van anderhalf uur hoe je je eigen biologische bom bouwt, met slechts een paar ingrediënten die bij elke drogist of apotheek te koop zijn, en aan de hand van een paar scheikundeboeken die de bieb op de plank heeft staan. Geen bom om echt te gebruiken, dat spreekt, maar een leuk leermiddel in de wondere wereld van de scheikunde. Daarbij hoort ook een stukje eigen verantwoordelijkheid, en daar besteed ik in les 1 ruim aandacht aan.


Lijsten met boeken over blote jongetjes en biologische bommen kan je maar beter niet de cloud ingooien, want voor je het weet heb de een overijverige en/of overassociatieve inspecteur op je dak die de link heeft gelegd, of erger nog: de Roze Hordes van Geenstijl.
Vanaf vandaag staat het iedereen dus vrij om mijn (flink uitgedunde) lijstje te bestuderen. Dat is dan tevens de bonushuiswerkopdracht 21A. Mijn gebruikersnaam op My Discoveries is Frankl.


Over de associatieve woordenwolk van de Aquabrowser moet ik nog iets kwijt. Ik was erg onder de indruk toen ik voor het eerst zo'n wolk zag, het leek me erg handig. Ik was dus blij toen de OBA een catalogus introduceerde met net zo'n woordenwolk.
Al heel snel bleek echter dat het weliswaar leuk speelgoed was, maar voor mij geen praktisch nut had. Op papier is het helemaal te gek, zo'n associatief hulpje. Maar om de een of andere reden blijkt het toch elke keer weer handiger te zijn om op de ouderwetse manier naar informatie te zoeken. Ik vraag me af hoe dat voor anderen is. Ik zie klanten er wel eens glazig naar staren: "Wat mot dat?" Iemand die de woordenwolk wel eens echt gebruikt?



Worldcat! Daar zat ik nog niet bij! Nu wel. Ik heb een accountje gefloept en m'n eerste lijstje gemaakt. Dat lijstje is wat onvolkomen, omdat de resultaten van mijn zoekopdracht ook bladmuziek laten zien, ondanks dat ik bij uitgebreid zoeken boeken had aangekruist. Dat zal echter niet aan worldcat liggen maar aan de bibeleteken waar worldcat z'n gegevens uit peurt. Van de OBA weten we dat de koppelingen aan materiaalsoort niet altijd even goed kloppen. dat zal voor veel andere biebs niet anders zijn.
Of Worldcat iets voor mij is, zal nog moeten blijken. Vraag het me over een jaar nog maar eens. Maar ik weet wel zo uit het blote hoofd een paar klanten die ik er blij mee kan maken.
NU TE KOOP: DE TOEKOMST IN EEN PIZZADOOS




Nog een paar dagen en dan is het zo ver: Google's Chromebook komt op de markt. Een Chromebook is een notebook dat draait op Google's eigen OS, en dat werd ontwikkeld rond de filosofie dat alles wat je wil het beste in the cloud kan. En dan uiteraard vooral in het stukje cloud waar Google het voor het zeggen heeft.
Een paar grote fabrikanten brengen komende week hun Chromebooks op de markt. Hier een recensie van een Chromebook van Samsung.
In de recensie worden een paar tekortkomingen genoemd, maar verder vindt men het best een lekker machientje, dat vooral veelbelovend is.

De concurrentie, en dan met name MS en Apple, zit intussen ook niet stil. Apple heeft heel lang niet aan cloudcomputing gewild, maar is daar nu op aan het terugkomen, getuige de met veel bombarie gelanceerde muziekdienst iTunes in the Cloud, dat in meerdere opzichten een breuk met het verleden is, maar vooral getuigt van voortschrijdend inzicht.
Maar een online muziekdienst met uitgebreide synchronisatie-mogelijkheden is nog iets anders dan cloudcomputing in zijn zuiverste vorm. Er valt voor Apple dus nog veel werk te verrichten. En al helemaal voor Microsoft, dat een wat loggere bedrijfscultuur heeft en altijd lijkt te hinken op twee gedachten, zonder tot een geïntegreerde visie te komen.
Het goede nieuws voor Apple en Microsoft is overigens dat de logische stap van een smartphone naar een cloud-notebook maar een kleine is. Via de smartphone worden consumenten bijna ongemerkt klaargemasseerd voor cloud computing. Maar vooralsnog heeft Google een ruime voorsprong door z'n uitgebreide ervaring met online diensten.Daarop is het bedrijf immers vanaf de eerste dag op gegrondvest.

Je hoort veel angstverhalen van "ja, maar is dat nou wel veilig", en "nou ik heb liever alles op m'n harde schijf staan." Laat je door deze verhalen niet bang maken! Vooralsnog is the cloud veiliger dan je eigen harde schijf, mits je zelf je online bestanden op afdoende wijze beschermt. The Cloud komt eraan, of je nou wil of niet. Wat kan, gebeurt, is doorgaans de meest zwaarstwegende voorspellende factor in ICT-land. Wel maf trouwens dat precies op dit moment van schrijven Google's blogspot deze mededeling geeft:


Voor lezers die aan cloudstrofobie lijden is er altijd wel een consult te regelen bij dr. Frankl.
Cloud computing staat nog in de kinderschoenen, bij kinderschoenen horen kinderen, en bij kinderen horen kinderziektes. Wie nu een chromebook koopt, koopt daarmee ook een nog onbekend aantal kinderziektes. Een deel hiervan zal via automatische updates van het besturingssysteem worden uitgebannen. De rest zal verdwijnen met het verschijnen van een volgende generatie chromebooks - ik schrijf het woord voortaan maar niet meer met een hoofdletter, omdat het meer een soortnaam is dan een eigennaam. Verder zal je zien dat de ganse industrie naar wegen zoekt om een graantje mee te pikken. Dat zal gebeuren in de vorm van ontelbare apps die het leven in de wolken moeten veraangenamen. Het zal gebeuren in de vorm van fonkelende machines, amper dikker dan een dubbelelpee. Het zal gebeuren in de vorm van op cloud computing toegespitste randapparatuur. Het gebeurt, omdat het kan.

Toen de cd op de markt kwam in 1983, zei een deel van de consumenten: "Heb ik niet nodig hoor, ik hou het lekker bij mijn platen."
Dat zal allemaal wel zo zijn geweest, maar in de jaren die volgden stapten ook zij massaal over. Ach, nodig hebben. Alsof je een platenspeler wél nodig hebt.
Zo zal het ook gaan met cloud computing.

05 juni 2011

#20 Muziek online beluisteren in een sociaal netwerk


Alles wat ik tot nog toe heb geschreven, is gelogen. Maar wat ik nu schrijf is waar: de combi muziek en sociale netwerken zegt me geen reet. Het interesseert me geen reet wat mij onbekenden leuke muziek vinden, en het interesseert me nog minder reten wat mij onbekende mensen vinden van de muziek die ik mooi vind.



Nou ok, dat is niet helemaal waar, al is het ook niet direct gelogen. Het allereerste wat ik op internet deed begin jaren 90, was in nieuwsgroepen met buitenlanders kwekken over muziek. Dat ging nog over mijn 14k-modempje, het kostte dus telefoontikken, en dat werkte goed tegen de blaseïsering, die altijd op de loer lag. Later heb ik zelfs een forum opgericht over een bepaalde componist die doof werd (nee, niet Smetana, niet Fauré, niet Boyce, en al helemaal niet Handel. Die werd trouwens niet doof, maar blind. En Goya was het ook al niet. Die werd weliswaar doof, maar dat was toch meer een schilder dan een componist. Al zit je met Goya wel warm qua jaartallen. Maar wat koop je daarvoor, vandaag de dag? Zeker met de euro is dat niet veel meer. Je betaalt GVD 2 euro 30 voor een kopje koffie! Ja, dat voetbad krijg je er gratis bij. Ha. Ha. Ha. Uiteraard bedoel ik de componist Hans Werner Rauburg (1778-1828). Stokdoof werd die man vanaf zijn 19e. Aan beide oren. Dat is aan zijn muziek ook wel te horen. Echt lullig dat zijn carriere als componist toen net in de startblokken stond. Voordeel is dan wel weer dat weinigen ooit van Rauburg gehoord hebben, laat staan dat ze zijn muziek kennen, en mijn forum ook het eerste was dat ooit over deze componist is opgericht).



Maar inhoudelijk kwekken over muziek, en dan ook nog eens over klassieke, waar toch het zwaartepunt van mijn muzikale interesse ligt, daar is last.fm niet geschikt voor, en dat geldt ook voor spotify. Op de laatste heb ik weliswaar een gratis abo-tje, maar dat is om sporadisch een moppie muziek in te zoeken waar ik niet aan kan komen. Een enkele keer heeft spotify het dan wel. Last.fm heb ik geprobeerd met het 23dingen-account, maar na 5 minuten was ik er nog niet in geslaagd om het liedje te horen (Tiptoe through the tulips)dat ik had uitgezocht. Sorry, last.fm, maar ik ben waarschijnlijk niet intuïtief genoeg voor jullie.


Dat het niks voor mij is, betekent niet dat ik het dan ook niet interessant vind. Dat vind ik het nl. wel, en dat is voor een groot deel toe te schrijven aan de enige logische consequentie die Google onlangs heeft getrokken: zelf een online stromende dienst aanbieden, waar consumenten hun muziek kunnen kopen, maar die alleen te stromen valt vanaf externe servers, en dus niet te downloaden (al zijn er natuurlijk tamelijk simpele trucjes....) . Die kant gaat het op. Die dinest is er trouwens nog niet, maar wacht maar een jaartje of zo.



Dan nog download ik m'n muziek liever via joesnet en Avax en zo. Laatst merkte ik tot mijn schrik dat ik vrijwel niks had van Django Rheinhardt. Dus heb ik de complete Django gedownload. Dat duurde al gauw een kwartier, maar daarna had ik dus wel alles. Ja, ik wil het hebben, ik ben lekker een kapitalist. Ik wil zelfs meer dan ik op kan. Ik vind het leuk om door mijn bezit te grasduinen, intuitief op liedjes te klikken, en nog eens, en nog eens. Dat kan ook tot op zekere hoogte bij stromende diensten, maar dat is mij toch te stroperig. Komt bij dat de retentie van een beetje joesnetserver inmiddels de 3 jaar nadert, waardoor vrijwel alles te vinden is, en nog rapido ook.


Mijn schijf van 500 GB is inmiddels bijna vol met gedownloade muziek: 5479 uur, 24 minuten en 17 seconden muziek. Een groot deel heb ik nooit beluisterd en zal ik ook nooit beluisteren. Ik ga een beetje 35 Django Rheinhardt-cd's luisteren, kom nou. Met het volstouwen van die schijf ben ik begonnen toen ik mijn squeezebox aanschafte, en dat is ook al weer een paar jaartjes geleden. Ik denk erover om mijn volgende (grotere) schijf rechtstreeks aan m'n router te hangen, zodat ik ook in Zwitserland, in Diemen en op mijn werk naar m'n muziek kan luisteren. Al is het eigenlijk een stuk handiger om een kopietje van die schijf bij te houden en mee te torsen. Je hebt tegenwoordig 500 GB-schijven ter grootte van anderhalve creditcard en, ruwe schatting, 8 creditcards dik. Grappig hoe die twee technieken: stroombaarheid en opslagformaat, met elkaar wedijveren, terwijl de consument er alleen maar beter van wordt.
Van de andere kant; je eigen muziek stromen is wel weer een goeie smoes om lekker aan je router te rommelen.

De makkelijke beschikbaarheid en uitwisselbaarheid heeft een vreemd nivellerend effect op de verzamelaar. Stel je verzamelt al een jaar of 30 elke scheet van Frank Zappa die ooit op vinyl is geperst of op cd gebakken. Soms ben je jaren bezig om die ene bepaalde opname te pakken te krijgen, die ene bootleg van die ene scheet, door een fan clandestien opgenomen met zijn memorecordertje, en later in het zwarte circuit in kleine oplage verspreid voor exorbitante prijzen. Maar wat ben je gelukkig als je een cd met de bewuste scheet eindelijk te pakken hebt via een louche tuswsenhandelaartje, die in een achterkamertje in een afbraakpand in een groezelig straatje de cd ruilt met de inhoud van jouw portemonnee!
Als Zappaverzamelaar die met zijn tijd meegaat zet je op een gegeven moment een logische stap: je meldt je aan bij een sociaal muzieknetwerk. Je kan aardig netwerken, want je werkt in de advocatuur. En in notime heb je dus, tezamen met de andere topnetwerkers in het clubje, elke beschikbare opname in je bezit die er ooit van Zappa is uitgebracht.
Toch een beetje de doodsteek voor de serieuze verzamelaar, die zijn lot herkent in dat van de NVSH: hij heeft de wortel onder de zin van zijn eigen bestaan doorgezaagd. Tenzij hij voortaan genoegen neemt met het verzamelen van zeldzame platenhoezen, van handtekeningen voorziene bierviltjes, door Zappa persoonlijk weggejoriste peuken, en andere parafernalia van deze muzikale grootheid.


Een aardige bijkomstigheid van de 23dingen-cursus tekent zich ondertussen steeds duidelijker af: omdat je wordt gedwongen na te denken over wat je wel nuttig aan de nieuwe ontwikkelingen vindt en wat niet, leer je jezelf kennen.
Hoewel... wil ik dat eigenlijk wel? Maar een patroon wordt zichtbaar. Doe de 23dingencursus, en ik zeg u wie u bent.

Martelvarken gedumpt bij grofvuil

Helemaal niet zo fijn om over te schrijven, maar het leven is gewoon niet altijd leuk, zelfs dr. Frankl loopt wel eens tegen dit harde stukje werkelijkheid aan. Maar er zijn momenten dat men niet kan of mag blijven zwijgen. Als dit bericht de opsporing van de dader van deze walgelijke moord ook maar één procent dichterbij brengt, is het allemaal niet voor niets geweest.

Onlangs berichtte dr. Frankl al met enige schroom over de gruwelijke vondst van een been in zijn straat. De buurt werd weliswaar afgezet door de ME en uitgekamd door de politie, zoals onderstaande archieffoto laat zien...


... maar dit gebeurde rijkelijk laat. Er lagen notabene alweer vuilniszakken op de locus delicti!

Dr. Frankl heeft echter nog wat foto's kunnen schieten met zijn camera met telelens, dwars door de afzetting heen, en hij kwam tot een schokkende conclusie.

Ten eerste: het been heeft toebehoord aan een varken, en is gruwelijk en ritueel gemarteld voor zij een onbeschrijflijke dood stierf. Ritueel, zoals blijkt uit het aantal knopen en windingen, die samen het getal 6 vormen.


Verder duidt de zak waarin het been achteloos werd verpakt erop, dat de dader een bekende is in kringen van Dirk van de Broek:


Inmiddels is het anonieme been bijgezet op een begraafplaats, waar het hopelijk spoedig zal kunnen worden verenigd met de overige blijfselen van het slachtoffer.
Veel recherchewerk zal daartoe echter nog nodig zijn. Meldt u in ieder geval verdacht gedrag van mensen waarvan u weet of vermoedt dat zij klanten van Dirk van de Broek zijn. Gebruik hiertoe het gebruikelijke nummer.