21 juni 2011

OP MIJN BEGRAFENIS






Sommige verhalen schrijven zichzelf. Ik zit laatst een blogstukje te tikken. Daarin beschrijf ik de waar gebeurde geschiedenis van een vent die in zijn pyjama, gezeten aan de keukentafel, een anekdote uit zijn eigen leven op papier zet. De hoofdpersoon in die anekdote kuiert door het Vondelpark. Hij kijkt naar de bankjes bij de vijver. Er loopt veel volk rond, want het is verrukkelijk zacht lenteweer. Hij kiest een bankje uit waar maar één persoon op zit, en neemt plaats op het uiteinde. Hij strekt zijn ledematen en kijkt om zich heen, genietend van het zonnetje. Terloops knikt hij naar de jonge jongen die een meter naast hem zit. Deze knikt terug, en wendt zijn blik weer naar de puzzel in zijn krant.

De vent in de pyjama neemt de laatste slok van zijn warme melk en tuurt op de keukenklok. Bijna half vijf. Hij zet een bord op tafel, haalt uit een plastic zak een boterham en gooit die van een afstand op het bord. Als hij de boterham vastpakt om hem te smeren, knijpt hij er eens in, en doet hem daarna alsnog terug in de zak. Hij ruimt alles op, knipt het keukenlicht uit waardoor het eerste ochtendgloren zichtbaar wordt, en gaat terug naar bed.

Ondertussen hangt de hoofdpersoon uit de anekdote minutenlang onbeweeglijk genietend op het bankje in zijn uitgestrekte houding, het gelaat naar boven gericht, de ogen gesloten. Dan haalt hij diep adem, gaat rechtop zitten, en pakt uit zijn tas een klein model notebook en een trommeltje.
Terwijl de notebook bezig is met opstarten, haalt hij het deksel van het blik. Er zit wat oud brood in. Hij scheurt een stukje van een boterham af en gooit dat in de richting van de dichtst bijzijnde eend, die een paar meter verderop ronddobbert.
De jongen gaat iets onderuit zitten. Samen kijken ze nu naar de eend, die op zijn dooie gemakje in de richting van het stukje brood drijft, maar het dan te veel moeite vindt om er de kant voor op te klimmen.
"Verwende beesten", zegt de man.
"Hebt u er wel jam op gedaan?" lacht de jongen.
De man schrijft wat op zijn laptop, onderbroken door lange pauzes waarin hij loom naar de eendjes kijkt. De jongen gaat verder met zijn puzzel.
"Chocola met dito vulling", zegt hij. "Zes letters. De laatste is een e."
"Kan niet", antwoordt de man. "Dan is het pure chocola."
Het blijft even stil. "Cryptogram", zegt de jongen, "het is een cryptogram. Geen kruiswoord."
"Oh." Beiden kijken peinzend voor zich uit.
Opeens gaat de man rechtop zitten, pakt zijn blik met oud brood en tikt tegen een woord op het deksel. De jongen leest hardop: "Droste. Dros-te. Past wel, maar ik snap hem niet."
"Het Droste-effect. Chocola met chocolade vulling."
De jongen begrijpt er niets van. De man legt uit wat het Droste-effect is, en waar het vandaan komt: een plaatje van een zuster die een op een dienblad een Droste-doos of blik houdt met daarop een plaatje van een zuster die...
De jongen denkt na. "Dus eigenlijk is dit ook een Droste-effect? Dat het antwoord op uw blikje staat?"
"Nee, dat is toeval."
De man tuurt naar het scherm van zijn notebook en draait dit na wat aarzelen naar zijn gesprekspartner toe."Dit zou je wél een Droste-effect kunnen noemen."
De jongen leest van het scherm:

Sommige verhalen schrijven zichzelf. Ik zit laatst een blogstukje te tikken. Daarin beschrijf ik de waar gebeurde geschiedenis van een vent die in zijn pyjama, gezeten aan de keukentafel, een anekdote uit zijn eigen leven op papier zet. De hoofdpersoon in die anekdote kuiert door het Vondelpark. Hij kijkt naar de bankjes bij de vijver. Er loopt veel volk rond, want het is verrukkelijk zacht lenteweer. Hij kiest een bankje uit waar maar één persoon op zit, en neemt plaats op het uiteinde. Hij strekt zijn ledematen en kijkt om zich heen, genietend van het zonnetje. Terloops knikt hij naar de jonge jongen die een meter naast hem zit.

"Wat is dit? Bespioneert u mij, of...?" stamelt de jongen verbijsterd.
"Welnee", lacht de man. "Het is precies wat er staat. Sommige verhalen schrijven zichzelf. Hier staat gewoon wat ik meemaak. Niet veel, zoals je leest."
"Nee. Maar het is wel vreemd om dit te lezen. Net alsof ik gevangen ben in uw verhaal."
"Dat ben je ook", lacht de man, terwijl hij het deksel van de notebook dichtklapt.

De vent in de pyjama ligt te woelen. Hij voelt zich niet lekker. "Ga nou slapen", mompelt zijn vrouw terwijl ze zich omdraait.

"Maar het Droste-effect werkt dan twee kanten op", concludeert de jongen. "Wat ik doe, komt in uw verhaal terecht."
"Klopt. Jij en die eend. Als nu die eend de kant op klimt en dat stuk brood opeet, schrijf ik dat op."
"Zet hem dan maar weer aan", lacht de jongen. Alsof de vogel het gesprek gevolgd heeft, klimt hij de kant op en waggelt naar het stuk brood.
De man klapt zijn laptop weer open, en schrijft:

De eend heeft nu toch besloten om de kant op te klimmen voor het stuk brood.


De jongen denkt na en roept vertwijfeld: "Maar wie schrijft ons dan op?"
De man haalt zijn schouders op en antwoordt: "Zulke dingen moet je je niet afvragen." Hij typt, met het scherm half naar de jongen toegedraaid:

Als ik plotseling dood neerval, onder een auto kom of mijn nek breek, wordt deze tekst op mijn begrafenis voorgelezen.


De vent in de pyjama zit ondertussen weer aan de keukentafel te schrijven. Het is inmiddels 6 uur 's ochtends. Nog steeds voelt hij zich niet lekker, maar tegelijk heeft hij nu een gevoel van voldoening. Hij pakt een paracetamol, maar stort ineen op het moment dat hij een glas begint te vullen met water, en sterft.

Sommige verhalen schrijven zichzelf. Ik wil dat dit stuk op mijn begrafenis wordt voorgelezen. In het zaaltje waar u nu zit.

Geen opmerkingen: